Mitglied der Anwaltskammer Eupen & Westflandern – Diplom Dess in Steuer- und Unternehmensrecht
Membre du Barreau Eupen & Flandre occidentale – Diplôme Dess en droit fiscal et droit des sociétés
Lid van Balie Eupen & West-Vlaanderen – Diploma Dess in fiscaal- en ondernemingsrecht

24.11.2025

Belasting op buitenlandse aanvullende pensioenen en levensverzekeringen in België: Een belangrijk arrest van het Hof van Beroep Gent

De belastingheffing op pensioenuitkeringen, zeker wanneer deze in het buitenland zijn opgebouwd, roept vaak complexe vragen op. Voor personen met hun fiscale woonplaats in België, die hun vermogen van daaruit beheren, geldt in principe: vrije aanvullende pensioenen of levensverzekeringen afgesloten in het buitenland zijn doorgaans in België belastbaar op het moment van uitbetaling. Een uitzondering hierop kan voortvloeien uit een dubbelbelastingverdrag (DBV) gesloten tussen België en de andere verdragsluitende staat, dat een afwijkende regeling voorziet.

Een recent arrest van het Hof van Beroep Gent van 5 november 2024 illustreert deze problematiek aan de hand van een concreet geval en biedt belangrijke duidelijkheid.

De zaak voor het Hof van Beroep Gent

Een in België woonachtige gepensioneerde, die van 1971 tot 2004 in Nederland heeft gewerkt, had aanvullende pensioenrechten opgebouwd bij een Nederlands pensioenfonds. In 2017 ontving zij uitkeringen van dit fonds. De Belgische belastingadministratie wilde het volledige bedrag als progressief belastbaar pensioeninkomen kwalificeren (artikel 34, § 1, WIB 92). De gepensioneerde daarentegen vroeg om een andere kwalificatie of een vrijstelling.

De beslissing van het Hof

Het Hof van Beroep bevestigde eerst dat België, als woonstaat, bevoegd is de belasting te heffen op deze inkomsten, conform het Belgisch-Nederlandse dubbelbelastingverdrag. De kern van de zaak lag echter in de fiscale kwalificatie van de pensioenuitkering volgens het Belgische interne recht.

Het Hof maakte een cruciaal tijdsonderscheid:

  • Bijdragen betaald vóór 1 januari 2004: Voor het grootste deel van de reserves (98,98%) die vóór 1 januari 2004 werden opgebouwd, oordeelde het Hof dat deze als “definitief en individueel verworven” voordelen moeten worden beschouwd. Dergelijke uitkeringen zijn niet belastbaar als een progressief pensioen, maar als roerend inkomen. Dit betekent een forfaitaire belasting van 3% op het afgestane kapitaal (in dit geval 3% van 451.296,63 euro, zijnde 13.538,91 euro), conform artikel 17, § 1, 4°, WIB 92.
  • Bijdragen betaald ná 1 januari 2004: Het resterende deel van de uitkering (383,59 euro), dat betrekking had op bijdragen die na 1 januari 2004 werden betaald, werd terecht gekwalificeerd als uitgesteld beroepsinkomen belastbaar tegen het progressief tarief (artikel 34, § 1, WIB 92).

Het Hof verwierp aldus het standpunt van de Belgische Staat om de gehele uitkering progressief te belasten. Het bevestigde dat een dubbele belasting (zowel op het moment van de opbouw van de reserves als op het moment van de uitkering) strijdig zou zijn met de intentie van de wetgever.

Belangrijke inzichten voor u

Dit arrest benadrukt de complexiteit van de belastingheffing op buitenlandse pensioenvoordelen en levensverzekeringen. Voor Belgische belastingresidenten die hun vermogensbeheer vanuit België voeren, is het cruciaal te weten dat in het buitenland afgesloten vrije aanvullende pensioenen of levensverzekeringen doorgaans in België belastbaar zijn. Enkel een specifiek dubbelbelastingverdrag kan hiervan afwijken. Bovendien toont de zaak aan dat de exacte kwalificatie van deze inkomsten volgens het Belgische recht afhankelijk kan zijn van specifieke details, zoals het tijdstip van de betaling van de bijdragen. Gezien dergelijke internationale fiscale vraagstukken is een precieze analyse en deskundig advies onmisbaar. Wij staan tot uw beschikking om uw individuele situatie te beoordelen.